
An Callemeyn
Het stond niet in de sterren geschreven dat An Callemeyn, woonachtig in het mooie Gent, ooit keramiste zou worden. Pas laat voelde ze de roep om met eigen handen creaties te maken met klei. An volgde een opleiding Keramist en ontwikkelde gaandeweg een eigen stijl geïnspireerd op vormen en textuur die ze vindt in landschappen en de natuur. Haar werk is overwegend handgemaakt en sculpturaal, en onthult haar fascinatie voor textuur.
Technieken
An gebruikt verschillende technieken in haar kleiwerk om de texturen en vormen te produceren. De werkstukken bouwt ze op met de hand of vormt ze via een mal. Kleurvariaties en -effecten bereikt ze door te experimenteren met complexe lagen van behandeling, met behulp van verschillende kleisoorten, slips, oxiden en glazuren.
Stooktechnieken
Naast het stoken in een elektrische oven gebruikt An nog andere stooktechnieken.
Obvara
Een stooktechniek uit Slavische landen waarbij een werkstuk wordt opgewarmd tot 900 à 1000°C. Het hete werk wordt snel uit de oven genomen en direct gedurende enkele seconden in een vat “meelpap” gedompeld en vervolgens in water. Er ontstaan prachtige en totaal onvoorspelbare decoratieve tekeningen.
Melk stoken
Oorspronkelijk afkomstig uit Slavische landen zoals Oekraïne en Wit-Rusland. Het werk (biscuit gestookt op 950 °C) wordt gedompeld in volle melk, halfvolle melk, karnemelk of mengsels hiervan. Na uitlekken en drogen worden de werkstukken gestookt op 200 tot 300 ºC en snel afgekoeld.
Raku
Met de Raku-techniek wordt een geglazuurd werkstuk snel verhit tot ongeveer 1000°C. Na het uitnemen uit de oven wordt het aan de buitenlucht blootgesteld, waardoor het glazuur barstjes vertoont, bekend als craquelures. Daarna wordt het werkstuk in een zaagselton geplaatst, waarbij het ontbrandende zaagsel rook produceert die in de craquelé trekt.